Jaarrekening 2019

Bijlagen

Analyse begrotingsrechtmatigheid 2019

Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. In de toelichting op het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) wordt begrotingsrechtmatigheid omschreven als:

‘Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de raad zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, evenals het begrotingsjaar van belang zijn.’

Er zijn een aantal verschillende begrotingsoverschrijdingen te onderscheiden. Bij de toetsing van begrotingsafwijkingen kunnen, volgens de Commissie BBV, ten minste de volgende “soorten” begrotingsafwijkingen worden onderkend:

 

Omschrijving

Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel

Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel

1.

Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten

*

2.

Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie) regelingen

*

3.

Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn

*

4.

Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn geautoriseerd

*

5.

Kostenoverschrijdingen betreffende activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingswijziging is ingediend

*

6.

Kostenoverschrijdingen betreffende activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt

6a.

Geconstateerd tijdens verantwoordingsjaar

*

6b.

Geconstateerd na verantwoordingsjaar

*

7.

Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren

7a.

Jaar van investeren

*

7b.

Afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren

*

In de volgende tabel is per programma de lastenoverschrijding ten opzichte van de begroting per “soort” begrotingsafwijking weergegeven.  De toelichting per “soort” begrotingsafwijking is hiervoor weergegeven. Zoals uit het overzicht van hoofdstuk 3.2.1 (overzicht baten en lasten) blijkt, is bij de programma 0 de ramingen van de lasten overschreden. In principe kan dit consequenties hebben voor het accountantsoordeel over de begrotingsrechtsmatigheid in de jaarrekening en jaarverslag.

Aangezien een lastenoverschrijding op programmaniveau een saldo is van meerdere programmaonderdelen, is het mogelijk dat de nadere uitsplitsing van de overschrijdingen kan leiden tot een hoger bedrag aan overschrijdingen dan het saldo op het programma. Op bepaalde programmaonderdelen zijn ook lagere lasten dan begroot gerealiseerd. Deze zijn in het kader van de beoordeling van de begrotingsrechtmatigheid buiten beschouwing gelaten tenzij deze relevant zijn voor de beoordeling.

Programma

Saldo lasten

Over-/onderschrijding

Rechtmatigheid

0 Bestuur en ondersteuning

-137.000

Overschrijding

zie tabel punt 1

1 Veiligheid

34.000

Onderschrijding

2 Verkeer, vervoer en waterstaat

-3.898.000

Overschrijding

zie tabel punt 1

3 Economie

-13.000

Overschrijding

zie tabel punt 1

4 Onderwijs

-118.000

Overschrijding

zie tabel punt 2

5 Sport, cultuur en recreatie

58.000

Onderschrijding

6 Sociaal domein

17.000

Onderschrijding

7 Volksgezondheid en milieu

238.000

Onderschrijding

8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

400.000

Onderschrijding

Bij programma 0 is sprake van een kostenoverschrijding, deze wordt vooral veroorzaakt door de hogere lasten inhuur.

Bij programma 2 is sprake van een kostenoverschrijding, deze wordt vooral veroorzaakt door het afboeken van investeringen met maatschappelijk nut van voor 2017.
Bij programma 3 is sprake van een kleine kostenoverschrijding ad. € 13.000.
Bij programma 4 is sprake van een kostenoverschrijding, deze wordt voornamelijk veroorzaakt door de hogere OZB-vergoeding aan scholen.

Conclusie:

Alle overschrijdingen zijn rechtmatig.

ga terug